Background image

terug

Vraag 32

Vervolgens probeerden de onderzoekers ‘de oren’ van de bijen te lokaliseren.
Ze formuleerden de hypothese dat de zintuigcellen die gevoelig zijn voor geluid, zich óf in de haarvormige zintuigen op de kop (P) óf in de antennes (Q) zouden bevinden (bovenste afbeelding).

afbeelding



Om deze hypothese te toetsen werd gebruikgemaakt van een aantal bijen, waarbij steeds één variabele werd onderzocht.
Naast de normale bijen (1) beschikte men over bijen zonder haarvormige zintuigen op de kop (2), met slechts één antenne (3), of zonder beide antennes (4) (onderste afbeelding).

afbeelding



Over welke bijen diende men minimaal te beschikken om experimenten te kunnen uitvoeren waarbij bovenstaande hypothese kan worden getoetst?

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: De ‘oren’ van een honingbij