Foraminiferen zijn eencelligen met een kern en een uitwendig skeletje en
worden ook wel aangeduid als schelpdiertjes. Zij vormen een schakel tussen
bacteriën en meercellige primitieve dieren. Het schelpdiertje leeft in de
zuurstofloze delen van de modder op de Noordzeebodem.
afbeelding
“Als je goed kijkt, kun je ze met het blote oog zien. De grootste exemplaren
hebben de omvang van een zandkorrel”, zegt Sandra Langezaal, die onderzoek
doet aan deze schelpdiertjes.
Zij heeft de stofwisseling van dit diertje onderzocht. Het blijkt dat het zuurstof
kan halen uit de omzetting van nitraat. Tijdens het onderzoek werden de diertjes
met ‘zwaar’ nitraat gevoed. Zwaar nitraat bevat stikstof met het herkenbare
isotoop 15N. De diertjes ademden stikstofgas met zwaar stikstof uit. Hierop
baseerde het onderzoeksteam het idee dat de foraminiferen nitraat (NO3-) via
enkele tussenstappen omzetten in stikstofgas (N2). Dit werpt een ander licht op
de stikstofkringloop.
De witte maatstreep, aan de linkerkant van de afbeelding, komt overeen met
100 μm.