Een homozygoot sluipwespvrouwtje met het fenotype van het dominante allel
paart met een mannetje met het fenotype van het recessieve allel (generatie 1).
De dochters die hieruit ontstaan (generatie 2) paren met een mannetje met het
fenotype van het dominante allel.
Hoeveel procent kans heeft een mannelijke nakomeling uit generatie 3 op een
recessief fenotype?