Background image

terug

Vraag 8

De vorm van de oren bij varkens kan verschillen. Er zijn varkens met hangoren en varkens met staande oren. Ook kunnen varkens lange of korte oren hebben. Bij de overerving van de vorm van de oren zijn bij varkens twee allelen betrokken.

Bij de kruising tussen een beer met lange hangoren met een zeug die korte, staande oren heeft, leidt dat tot de resultaten die in het kruisingsschema staan afgebeeld (zie de afbeelding).

afbeelding


Over deze kruising worden drie uitspraken ten aanzien van het genotype voor de vorm van de oren gedaan:

  1. Aan het fenotype van een varken in de F2 kun je direct zien wat het genotype van het varken is.
  2. Alle nakomelingen in de F1 zijn genotypisch hetzelfde.
  3. Alle nakomelingen in de F2 hebben een homozygoot genotype.
Welke van deze uitspraak is of welke van deze uitspraken zijn juist?