Ware winterslapers slapen juist helemaal niet betogen sommige experts. Het
best bestudeerd is de wereldrecordhouder op dat gebied, de pooleekhoorn. Dit
diertje laat zijn lichaamstemperatuur dalen tot -2 °C. Pas als deze temperatuur
nog verder dreigt te zakken gaat er een inwendig kacheltje aan, dat voorkomt
dat hij bevriest. Toch brengt de pooleekhoorn ongeveer twee keer per maand
zijn temperatuur snel op normaal niveau en zijn hartslag stijgt van enkele slagen
per minuut naar de normale driehonderd slagen. Dat lijkt een enorme
verkwisting van energie. Volgens onderzoekers heeft het diertje echter behoefte
aan echte slaap en naar blijkt, kan dat bij een lichaamstemperatuur lager dan
-2 °C niet.
In de grafieken staat het verband tussen het vetgehalte in de pooleekhoorn en de tijd in de winter.
Welke van deze grafieken geeft het verband juist weer?