In onderstaande afbeelding zie je het activiteitenpatroon van konijnen in
verschillende maanden van het jaar: van september tot en met april. Marijke
Drees (een onderzoekster in Leiden) heeft daarvoor het percentage konijnen
bepaald dat in deze maanden op bepaalde tijdstippen buiten het hol is.
Een andere onderzoeker, P, telt iedere maand op een vast moment, een uur na
zonsondergang het aantal konijnen. Hij wil zo een beeld van de grootte van de
populatie konijnen krijgen.
Leg met behulp van de gegevens van Marijke Drees uit dat onderzoeker P een foutief beeld krijgt (van de ontwikkeling) van het aantal konijnen in de populatie.