Hierin is W het gewicht in kilogram, S het vleugeloppervlak in vierkante meter, d de
luchtdichtheid in kilogram per kubieke meter en V de kruissnelheid in meter per seconde.
Een merel van 90 gram heeft een vleugeloppervlak van 200 cm2. Deze vogel vliegt dicht bij
de grond, waarbij d = 1,25.
Bereken de kruissnelheid van een merel. Geef je antwoord in meter per seconde afgerond op
een geheel getal.