Bij tweelingen is er sprake van eeneiige of twee-eiige tweelingen. Een eeneiige tweeling
kan alleen maar uit twee jongens of twee meisjes bestaan. Bij een twee-eiige tweeling is het
geslacht van ieder van de kinderen onafhankelijk van dat van het andere kind. Een tweeeiige
tweeling kan dus ook bestaan uit één jongen en één meisje.
Hieronder is de kansboom getekend bij de samenstelling van een tweeling.
figuur
Er zijn drie samenstellingen van een tweeling mogelijk: een jongen en een meisje, twee
jongens of twee meisjes.
Toon aan dat deze drie mogelijke samenstellingen van tweelingen gemiddeld even vaak
voorkomen.