Nu komen de bewoners van woonlaag 2 in opstand. Ze willen wel betalen voor het licht in
het trappenhuis op woonlaag 1 en 2. Maar voor de verlichting op de hogere woonlagen
willen ze niet betalen.
De verhuurder laat de bewoners alleen betalen voor de verlichting die ze daadwerkelijk
’gebruiken’. De bedragen voor de woonlagen verhouden zich dan als 1:2:3:4:5.
Bereken voor elke woonlaag het bedrag dat betaald moet worden.