Uit tabel 1 (zie bijlage) kan worden afgeleid dat het aminozuur glycine het meest voorkomt in gewrichtsgelatine. Met behulp van gegevens uit tabel 1 en door gebruik te maken van onder andere Binas-tabel 67C kan worden berekend in welke molverhouding glycine en valine voorkomen in gewrichtsgelatine.
Geef deze berekening. Noteer de uitkomst van je berekening als volgt: aantal mol glycine : aantal mol valine = … : 1,0