Background image

terug

Vraag 38

In verband met de gezondheid en het milieu onderzoekt de Consumentenbond regelmatig allerlei
voorwerpen waarin kunststoffen zijn verwerkt. Het gaat daarbij vooral om de aanwezigheid van chloor en
fluor in deze kunststoffen. De Consumentenbond maakt daarbij onder andere gebruik van onderstaand
voorschrift.

De aanwezigheid van chloor in kunststoffen kan men vaststellen met behulp van de
zogenoemde koperdraadtest. Men verhit hiertoe het uiteinde van een blanke koperdraad in
een kleurloze vlam totdat deze een eventueel aanwezige groene kleur verliest en drukt dan
de hete draad tegen een monster van de te onderzoeken stof. Verhit men de draad daarna
opnieuw en wordt de vlam groen, dan bevat de stof chloor. Fluor kan op deze wijze niet
worden aangetoond; hiervoor is een andere proef nodig. Als men vochtig blauw
lakmoespapier houdt boven de dampen die ontstaan bij hoge verhitting van een stukje
kunststof, dan verkleurt dit papier tot rood als de damp een zuur bevat. Is waterstofchloride
via de koperdraadproef niet vastgesteld, dan is het via lakmoes aangetoonde zuur
waterstoffluoride.

naar: „Welke kunststof is dit?”

Een staafje is gemaakt van PVC of van PTFE.
Hans krijgt de opdracht om te onderzoeken uit welke van deze twee kunststoffen het staafje bestaat.
Daartoe verhit hij het staafje en houdt boven de ontwijkende dampen een vochtig blauw
lakmoespapiertje. Het lakmoespapiertje wordt rood.

Kan Hans uit zijn waarneming de conclusie trekken dat het onderzochte staafje uit PTFE bestaat?
Geef een verklaring voor je antwoord.