Als desinfectiemiddel van zwembadwater gebruikt men meestal chloorbleekloog, een
oplossing van natriumhypochloriet (NaClO) in verdund natronloog. In zwembadwater
waaraan chloorbleekloog is toegevoegd, heeft zich het volgende evenwicht ingesteld:
ClO-(aq) + H2O(l) ↔ HClO(aq) + OH-(aq)
Voor dit evenwicht geldt:
([HClO][OH-]) / [ClO-] = Kb
Hierin is Kb een constante.
De som van het aantal mol ClO- en het aantal mol HClO noemt men het "vrij beschikbaar
chloor". De molverhouding waarin ClO- en HClO voorkomen, is afhankelijk van de pH
en de temperatuur van het zwembadwater. Het verband tussen deze verhouding en de pH
bij 20 °C is af te leiden uit onderstaand figuur. In deze figuur lees je links af hoeveel procent van het
vrij beschikbaar chloor voorkomt als HClO en rechts hoeveel procent als ClO-.
uit: Chemische feitelijkheden
Om bacteriën onschadelijk te kunnen maken, moeten de desinfecterende deeltjes de
celwand van een bacterie passeren. Ongeladen deeltjes passeren de celwand
gemakkelijker dan geladen deeltjes.
30. Bij welke pH waarde, pH = 5 of pH = 10, is de desinfecterende werking het grootst? Geef
een verklaring voor je antwoord met behulp van bovenstaand figuur.