Voor het goed functioneren van het menselijk lichaam is het van belang dat het bloed een
vrijwel constante pH heeft (7,40). Belangrijk hiervoor is de aanwezigheid van
waterstofcarbonaat (HCO3-). In combinatie met CO2 (H2CO3) vormt het HCO3- de
belangrijkste buffer in ons bloed. Ook een oplossing waarin HCO3- ionen naast een ander
soort deeltjes voorkomen is een bufferoplossing.
Tengevolge van de aanwezigheid van CO2 en HCO3- heerst in het bloed het volgende
evenwicht:
CO2(aq) + H2O(l) ↔ HCO3-(aq) + H+(aq)
De evenwichtsvoorwaarde voor dit evenwicht is: = [HCO3-][H+] / [CO2] = Kz
In het menselijk lichaam geldt in het bloed: Kz = 6,0 × 10-7.
Deze waarde voor de Kz komt niet overeen met de waarde genoemd in tabel 49 van Binas.
Geef hiervoor een verklaring.