Background image

terug

Vraag 14

Onlangs is een nieuwe methode ontwikkeld om rioolslib te verwerken. Men laat het slib in een lange pijp , diep onder de grond, met zuurstof reageren. In een krantenartikel over deze methode staat onder andere het volgende:

tekstfragment 1:

Nat slib wordt in een dikke, lange pijp gepompt.
In die pijp staat meer dan een kilometer slib.
Dat geeft beneden een extreem hoge druk, van
ongeveer honderd atmosfeer. Hierdoor reageren
organische stoffen onderin de pijp al bij lage
temperatuur met zuurstof . Ze worden als het
ware verbrand terwijl er geen vlammetje aan te
pas komt. Om het proces op gang te brengen,
wordt de installatie ondergronds voorverwarmd.
Is het proces eenmaal op gang, dan is verwarmen
niet meer nodig.
Naar: de Volkskrant


Eén van de problemen die men ondervond bij het ontwikkelen van deze techniek was dat na verloop van tijd de pijp verstopt raakte met vast calciumsulfaat. Over het ontstaan van dit calciumsulfaat en het verwijderen ervan werd in hetzelfde artikel het volgende gezegd:
tekstfragment 2:
Zwavel in het slib verbrandt tot sulfaat, dat
vervolgens met calcium in het slib reageert tot
vast calciumsulfaat. Bij de bedrijfsvoering is
daar ook rekening mee gehouden. Om de zes
dagen wordt een salpeterzuuroplossing door de
pijp gepompt om het neerslag op te lossen.
De in tekstfragment 2 bedoelde vorming van sulfaat is een redoxreactie. Als voor het zwavel in het slib de formule S wordt gebruikt en wordt aangenomen dat het slib zwak basisch is, kan de ene halfreactie van deze redoxreactie als volgt worden weergegeven:

S + 8OH- → SO42- + 4 H2O + 6e-

Bij het oplossen van vast calciumsulfaat in de salpeterzuuroplossing treedt een zuur-base reactie op, waarbij het sulfaation als base reageert.

Geef de vergelijking voor het oplossen van vast calciumsulfaat in de salpeterzuuroplossing.