Background image

terug

Vraag 18

De leraar heeft het blokje natrium van 1,1 g enige tijd aan de lucht laten liggen. De aanvankelijk glanzende snijvlakken zijn daarbij dof geworden door de vorming van natriumoxide. De leraar vraagt zich af of dit blokje met natriumoxide bedekt natrium nog bruikbaar is om de berekende hoeveelheid van de gewenste oplossing te maken, dus of in dit geval evenveel hydroxide-ionen worden gevormd.

Zullen, doordat een deel van het natrium is omgezet in natriumoxide, bij de reactie van het blokje met water minder, evenveel of meer hydroxide-ionen worden gevormd? Geef een verklaring voor je antwoord.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Natrium