Vraag 25
Stof A, waarvan hieronder de structuurformule is weergegeven, is een alkeenzuur.
Voor de naamgeving van de alkeenzuren gelden dezelfde regels als voor de naamgeving
van de alkaanzuren.
Als stof A wordt toegevoegd aan een oplossing met een sterk zuur dan ontstaat stof B.
Deze omzetting verloopt in twee stappen.
In de eerste stap ontstaat een positief geladen deeltje.
In de tweede stap ontstaat vervolgens een molekuul van stof B
H+ is bij de omzetting van stof A in stof B een katalysator.
Stof B kan opgevat worden als een ester. Dit betekent dat stof B ook bereid kan worden
uit één andere stof, stof C, door middel van een verestering. De verestering vindt dan
plaats binnen het molekuul zelf tussen een alcoholgroep en een carbonzuurgroep. De
molekulen van stof C zijn zelf niet cyclisch, maar bij de verestering ontstaat de
ringstructuur.
Geef de structuurformule van stof C.