Background image

terug

Vraag 30

In een EDTA-oplossing bevinden zich ionen C10H14N2O82-. Zo'n ion kan twee H+ ionen afstaan. Daarom worden in deze opgave ionen C10H14N2O82- verder voorgesteld met H2Y2-. Tijdens de titratie treedt de volgende evenwichtsreactie op:



Door de titratie uit te voeren bij een pH van ongeveer 9, wordt deze reactie aflopend,
zodat alle Ca2+ ionen gebonden worden tot CaY2-. Om de oplossing op de gewenste pH te
brengen, voegt men voor aanvang van de titratie aan het harde water wat van een
bufferoplossing toe. Als men dit niet zou doen, dan zou niet alle Ca2+worden gebonden.

De bufferoplossing die men toevoegt bevat onder andere opgelost NH4Cl.
De hardheid van water wordt meestal uitgedrukt in Duitse hardheidsgraden, D°. Een
hardheid van 1,00 D° betekent dat het water 7,14 mg Ca2+ per liter bevat.
Bij een hardheidsbepaling werd 100 ml water getitreerd met 0,0200 M EDTA-oplossing.
Hiervan bleek 15,3 ml nodig te zijn.

Bereken de hardheid van dat water in D°.