Hieronder is de structuurformule van stof A getekend
Stof A wordt gemakkelijk omgezet in stof B:
Bij deze bereiding ontstaat nog één andere stof.
Als een alcohol aan stof B wordt toegevoegd, ontstaat onder bepaalde omstandigheden
een polymeer. Wordt bijvoorbeeld methanol toegevoegd dan begint de polymerisatie met
de volgende twee reacties:
Het gevormde molekuul in reactie 2 reageert weer met een molekuul van stof B. Op deze
manier ontstaat een polymeerketen die opgebouwd gedacht kan worden uit een groot
aantal molekulen van stof A (en één molekuul methanol).
Men voegt 1,0·10-5 mol methanol toe aan 1,0 mol van stof B. Na afloop van de
polymerisatie zijn polymeerketens aanwezig waarin een verschillend aantal molekulen van
stof A is verwerkt. De polymeermolekulen hebben nog een uiteinde met een OH groep.
Deze polymeermolekulen kunnen niet met elkaar reageren. Op grond van bovenstaande
gegevens kan berekend worden hoeveel molekulen van stof A gemiddeld in een
polymeerketen zijn ingebouwd.
Het polymeer dat ontstaat bij gebruik van methanol kan men op de volgende manier
schematisch weergeven:
Men kan bij de polymerisatie ook glycerol gebruiken in plaats van methanol. Er ontstaat
dan een ander soort polymeer. De molekulen van dit polymeer zijn vertakt.
Eén zo'n molekuul is opgebouwd uit één molekuul glycerol en een groot aantal molekulen
van stof A.
Geef een schematische weergave van zo'n polymeermolekuul. Laat in deze schematische weergave zien welke groepen aan de uiteinden aanwezig zijn.