Men had het vermoeden dat bij de hydrolyse van één van de zuivere tripeptiden een
mengsel van de aminozuren alanine, glycine en valine ontstond. Dit mengsel werd met
behulp van papierchromatografie onderzocht. Hiertoe bracht men op chromatografiepapier
een hoeveelheid van de zuivere aminozuren en een hoeveelheid van het mengsel
op. In de figuur is dit aangegeven. Van de drie opgebrachte aminozuren lost valine in de
gebruikte loopvloeistof het best op en hecht het slechtst aan het papier, terwijl alanine het
slechtst oplost en het best hecht.
Neem bovenstaande figuur over en geef daarin aan hoe het chromatogram er ongeveer uit zag na afloop van de scheiding. Neem aan dat inderdaad de drie genoemde aminozuren in het mengsel aanwezig waren.