Background image

terug

Vraag 26

In een boek met scheikundeproefjes staat het volgende proefje beschreven:

Vul een borrelglaasje met 20 mL kleurloze azijn. Doe hier een rood radijsje in.
Laat dit een half uurtje staan. Als je nu het radijsje uit de azijn haalt, zul je zien
dat het radijsje bijna helemaal wit is. De azijn heeft een oranjerode kleur
gekregen.
Voeg nu een theelepel soda toe. Het gaat bruisen en de kleur van de vloeistof
verandert in paars.

Kees heeft het proefje uitgevoerd dat in bovenstaand tekstfragment is beschreven.
Hij zegt: „Uit de kleurverandering van oranjerood naar paars blijkt dat de oplossing een indicator bevat.”
Eveline zegt: „Dat mag je nog niet zeggen. Om de conclusie te kunnen trekken dat de oplossing een indicator bevat, moet je er eerst weer voldoende zuur aan toevoegen.”

Hoe kan uit de waarneming na het toevoegen van voldoende zuur worden afgeleid of de oplossing wel een indicator of geen indicator bevat?