In Buggenum bij Roermond heeft het bedrijf Demkolec in 1994 ’s werelds eerste en ook
grootste kolenvergassingsinstallatie voor de productie van elektriciteit in bedrijf genomen.
De installatie verbruikt per dag 2,0 · 106 kg steenkool.
In een interview met een vaktijdschrift zegt de bedrijfsleider het volgende:
1 | De elektriciteitsproducenten hadden de behoefte 1 om naast aardgas en kernenergie | |
2 | ook steenkool te kunnen blijven stoken. De wereldvoorraad steenkool is groot | |
3 | genoeg om er nog meer dan tweehonderd jaar gebruik van te maken. Aardgas zal | |
4 | veel eerder schaars en duur worden. Steenkool heeft dan nog steeds een lage en | |
5 | stabiele prijs. Nadeel van steenkool is dat je er het hele Periodieke Systeem van | |
6 | elementen in aantreft. Bij directe verbranding komen die elementen terecht in de as, | |
7 | vliegas, slak en rookgassen. Reiniging van deze rookgassen is kostbaar en de | |
8 | milieueisen worden steeds strenger. Men zocht dus een andere technologie. | |
9 | Door de steenkool eerst te vergassen, rafel je alle verbindingen uit elkaar en scheid | |
10 | je de elementen al voor de verbranding. Het ontstane gasmengsel wordt in een | |
11 | aantal stappen ontdaan van alle milieubezwaarlijke verontreinigingen. Wat je | |
12 | overhoudt is een schoon optimaal brandbaar gasmengsel van koolstofmono-oxide | |
13 | en waterstof. Dat verbranden we in de gasturbine nog schoner dan aardgas. Uit de | |
14 | schoorsteen komt dus voornamelijk koolstofdioxide en waterdamp en daarnaast een | |
15 | geringe hoeveelheid zwaveldioxide. |