In plaats van het gas op te vangen bepalen Bianca en Hesja de massa-afname van het
reactievat met inhoud. Deze massa-afname is het gevolg van het ontwijken van het gas dat
ontstaat. Bianca en Hesja gebruiken deze methode bij het bepalen van het
massapercentage calciumcarbonaat in een bepaald soort schelp. Zij plaatsen een bekerglas
met 200 mL 2 M zoutzuur (een overmaat) op een balans en zetten de balans op nul.
Vervolgens brengen ze op tijdstip t = 0 minuten hun schelp in het bekerglas met zoutzuur.
De volgende reactie treedt op:
CaCO3 + 2 H+ → H2O + CO2 + Ca2+
Bianca en Hesja noteren iedere minuut de massa die de balans aangeeft.Van hun
resultaten maken ze een diagram dat er als volgt uitziet:
Bianca en Hesja doen een tweede experiment met een zelfde soort schelp met dezelfde
massa. Ze gebruiken bij dit tweede experiment 100 mL 4 M zoutzuur. Bij hun eerste
experiment gebruikten ze 200 mL 2 M zoutzuur. Bianca en Hesja vergelijken de
reactiesnelheid bij het eerste en bij het tweede experiment door te kijken naar de
massa-afname bij beide experimenten gedurende de eerste vier minuten. Bij het eerste
experiment gaf de balans op tijdstip t = 4 minuten een massa van 2,12 gram aan.
Geeft de balans bij het tweede experiment op t = 4 minuten een massa aan die kleiner
dan, gelijk aan of groter dan 2,12 gram is? Geef een verklaring voor je antwoord.