terug
Vraag 19
Anna is een basketbalster die na de training vaak een flesje sportdrank
drinkt. Ze bekijkt het etiket om te zien wat erin zit.
etiket
1 | Ingrediënten: water, sacharose, fructose, maltodextrine, druivensuiker, |
2 | voedingszuur (citroenzuur), kaliumcitraat, aroma, natriumchloride, |
3 | antioxidant (L-ascorbinezuur), kleurstoffen (E102, E110, E133), |
4 | stabilisator (E414, E445), conserveermiddelen (E242, E202). |
| |
5 | Gemiddelde voedingswaarde per 100 mL |
6 | Energie | 130 kJ/31 kcal |
7 | Eiwitten | 0 g |
8 | Koolhydraten | 7 g |
9 | – waarvan suikers | 5,4 g |
10 | Vet | 0 g |
11 | – waarvan verzadigd | 0 g |
12 | Voedingsvezel | 0 g |
13 | Natrium | 38 mg |
14 | Kalium | 26 mg |
| |
15 | Dé isotone sportdrank die dorst krachtig lest en mineralen snel weer |
16 | aanvult. |
17 | 1 fles (500 mL) is voldoende om het vochtverlies door 30 minuten |
18 | intensief sporten aan te vullen. |
|
De koolhydraten in de sportdrank zijn sacharose, fructose, maltodextrine
en druivensuiker (regel 1). Sacharose, fructose en druivensuiker zijn
suikers die goed oplossen in water. De structuurformules van deze
suikers staan in Binas-tabel 67A.
Verklaar aan de hand van de structuurformules waarom deze suikers
goed oplossen in water.