Tijdens de Open Dag op school voert de scheikundedocent een
demonstratieproef uit. Hij heeft vier bekerglazen (A tot en met D) voor zich staan
met in elk bekerglas 100 mL van een heldere, kleurloze vloeistof. De vloeistoffen
lijken net water.
De docent giet eerst de inhoud van bekerglas A bij bekerglas B. Er ontstaat een
donkerblauwe vloeistof die er uitziet als inkt. Vervolgens schenkt hij de inhoud
van bekerglas C bij bekerglas D. Er ontstaat een witte suspensie die er uitziet
als melk. Tot slot schenkt de docent de ‘inkt’ en de ‘melk’ bij elkaar. Tot
verbazing van de toeschouwers lijkt het alsof er weer water is ontstaan.
Natuurlijk ontstaan geen inkt en melk uit water, en geen water als inkt en melk
worden samengevoegd.
De oplossingen zijn als volgt samengesteld:
24 Geef deze halfreacties en leid hiermee de vergelijking van de totale redoxreactie af.