Asparagusinezuur wordt in het lichaam door enzymen afgebroken. Hierbij
ontstaat methaanthiol (CH3SH). Methaanthiol kan vervolgens worden omgezet
tot andere zwavelhoudende verbindingen, zoals dimethyldisulfide. Zowel
methaanthiol als dimethyldisulfide dragen bij tot de karakteristieke
‘aspergegeur’ van urine. Reeds een half uur na het eten van een portie
asperges, waarin ongeveer 1 mg asparagusinezuur zit, kan deze geur worden
waargenomen.
Bereken hoeveel mg methaanthiol maximaal kan ontstaan met de hoeveelheid
zwavel die aanwezig is in 1,0 mg asparagusinezuur.
Gebruik hierbij onder andere het gegeven dat de massa van een mol
asparagusinezuur 150,2 g is.