Papier bestaat grotendeels uit vezels (cellulose). De binding tussen de
papiervezels wordt verkregen door waterstofbruggen tussen de hydroxylgroepen
die in cellulose aanwezig zijn. Hieronder staat zo'n cellulosemolecuul
schematisch weergegeven:
Er staan twee cellulosemoleculen schematisch weergegeven.
Teken tussen deze moleculen twee waterstofbruggen.
Teken de waterstofbruggen als •••.