Background image

terug

Vraag 27

Het koolstofdioxide dat bij de reactie ontstaat, is in het begin nog niet te zien. Bij het kaliumpermanganaatkorreltje dat op de bodem ligt, zien Loes en Mathijs een paars wolkje ontstaan. Na enige tijd is een duidelijke gasontwikkeling waar te nemen bij het kaliumpermanganaatkorreltje. Het kaliumpermanganaat lost op en het ontstane paarse wolkje wordt door het opstijgende gas meegenomen. Af en toe wordt ook het korreltje even door de gasstroom opgetild en valt daarna weer terug. Ook hierbij ontstaat een paars spoor. Het lijkt op een fontein. De gasontwikkeling gaat steeds sneller. Als het kaliumpermanganaat op is, stopt de gasontwikkeling.
Loes en Mathijs vragen zich af waarom de gasontwikkeling steeds sneller gaat. Op de open dag zouden zij hierover vragen kunnen krijgen.
Zij bedenken twee hypothesen:

  1. door de reactie stijgt de temperatuur in de reageerbuis;
  2. de Mn2+ ionen, die zijn gevormd bij de reactie, zorgen voor het toenemen van de reactiesnelheid.

Leg uit met behulp van het botsende-deeltjes-model dat hypothese I een verklaring zou kunnen zijn voor het toenemen van de reactiesnelheid.