„Eens was mobiliteit een schaars goed en door het overvloedige gebruik is dat nu weer
zo.” (regels 52-53)
De begrippen schaars goed en overvloedig gebruik lijken elkaar uit te sluiten.
Maak duidelijk dat deze begrippen, als ze betrekking hebben op de hedendaagse
mobiliteit, elkaar niet uitsluiten.
Gebruik maximaal 20 woorden.