Invasie Een Duitser die zeventig jaar oud wordt, heeft (statistisch gezien) zeven jaar van zijn leven naar de tv gekeken. Vijf miljoen Duitsers kijken dagelijks vijf uur en drie miljoen dagelijks tien uur televisie. Ik heb deze gegevens uit Die Zeit, waarin Richard David Precht onlangs een mooi artikel schreef over 'Die Invasion der Bilder'. Eén van Preehts conclusies die mij zeer trof, luidde: "Televisie is niet de weergave van het werkelijke leven, maar het leven is de weergave van de werkelijke televisie". Anders gezegd: ons leven wordt niet meer bepaald door persoonlijke ervaringen, maar door datgene wat we op het scherm zien. "En dus", schrijft Precht, "spelen we onszelf". Zijn slotconclusie is misschien nog ontnuchterender en schokkender. "Wie dagelijks enkele uren televisie kijkt, wordt niet verstandiger, maar wel tevredener: ( ... ). Honger, oorlog en sociaal onrecht, die oude problemen van de nieuwe tijd, worden niet meer opgelost, maar weggezapt." Terwijl ze voor de buis zitten, gaat voor miljoenen kijkers een elementaire wens in vervulling: die van de totale vergetelheid, die van het gedroomde, in plaats van het echte leven. Ze hoeven er zelf geen fantasie, geen inzichten en zelfs geen werkelijkheid meer op na te houden. Niemand zal nog ooit last van hen hebben. De tevreden passiviteit is de hoogste deugd van hun 'virtual reality'. En omdat hun leven een weergave van de werkelijke televisie is, zijn zij bereid alles te doen wat diegenen bepalen die het bij de tv voor het zeggen hebben. Een huiveringwekkend vooruitzicht. Maar dat is niet Prechts, maar mijn conclusie ... naar: Jo Wijnen, Invasie, Eindhovens-Dagblad, 15 september 1997 |
Laat door middel van een vergelijking van beide standpunten zien dat Precht in bovenstaand fragment verder gaat in het toeschrijven van invloed aan de televisie op sociaal kapitaal dan Putnam doet.
Gebruik maximaal 30 woorden.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: De teloorgang van sociaal kapitaal