Background image

terug

Vraag 4

Binnen het tekstgedeelte van de alinea's 2 t⁄m 4 heeft elke alinea een eigen functie.
Benoem die functie door voor elke alinea één van de volgende functiewoorden te kiezen:
aanbeveling, argument(en), beantwoording, bewering, conclusie, definitie, doelstelling, tegenwerping, toepassing, uitwerking, voorbeeld(en) voorwaarde(n), vraagstelling.

Wat is de functie van alinea 4?

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Verslaafd aan een illusie