„Veel biotechnologiebedrijven … wereldwijde voedseltekort.” (regels 85-88)
In alinea 7 keert de auteur zich tegen de opvatting dat veel biotechnologiebedrijven in het belang van de mensheid handelen.
Wat zijn de twee belangrijkste argumenten uit alinea 7 waarmee de auteur deze opvatting
weerlegt?
Nummer je argumenten. Gebruik maximaal 20 woorden voor het hele antwoord.