Inleiding (alinea 1) en slot (alinea 13) hebben ten opzichte van de kern van de tekst een
bepaalde functie. Benoem de functie van elk deel met een van de volgende
functiewoorden: afweging, begripsomschrijving, bewijsvoering, constatering, definitie,
doelstelling, gevolgen, tegenwerping, toepassing, verklaring, voorbeeld.
Wat is de belangrijkste functie van alinea 13?
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: het taboe op klikken moet blijven bestaan & In het spervuur van teksten en tekens