Background image

terug

Vraag 14

tekstfragment 1

Een halve bekende vertelt je op een feestje hoe interessant de runologie
eigenlijk is en dat boeren in Dalekarlië nog runentekens herkennen.
“Dalekarlië?” vraag je oprecht maar onverstandig. Maar weet je dan niet waar
dat ligt? En een uur later zit je daar nog, als een door een slang verlamd konijn
en het enige wat je kunt denken is: hoe kom ik hier zonder kleerscheuren weg?
Wanneer houdt het op? Ik heb wel eens geprobeerd uit te rekenen hoeveel tijd
ik op die manier als gevangene heb doorgebracht. Ik schat toch wel alles bij
elkaar een jaar, misschien wel twee. Ik had in de tussentijd driehonderdvijfenzestig
boeken kunnen lezen, een moestuin kunnen beginnen, vlieglessen
kunnen nemen, een ander leven gaan leiden. Maar dat alles zat er niet in. Als ik
deskundige van het leven was, zou ik willen onderzoeken waarom we ons soms
zo verbijsterend vervelen en ergeren, terwijl er toch veel aardiger dingen te doen
zijn. De enige reden die ik kan bedenken, is dat we zo nu en dan moeten
worden gewezen op de onmaakbaarheid van het bestaan.
(naar: Rob Schouten, uit: Trouw, 25 mei 2007)


Leg met eigen woorden uit dat in tekstfragment 1 en in de tekst ‘We leven veel te snel’ een andere invulling wordt gegeven aan het begrip ‘verveling’, gelet op alinea 11.
Gebruik voor je antwoord maximaal 25 woorden.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Snel leven