“Dit is de generatie van Joris Luijendijk-lezers; ze hebben de media heel goed
door.” (regels 249-251 van bijlage "De jeugd leest (niet)").
Formuleer op basis van gegevens uit tekstfragment 1 een argument dat deze
uitspraak weerlegt.
Gebruik voor je antwoord maximaal 15 woorden.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: De jeugd leest (niet)