Background image

terug

Vraag 6

Om de functies van alinea’s aan te duiden worden onder andere de volgende functiewoorden gebruikt:
argument, conclusie, definitie, gevolg, oorzaak, stelling, verklaring, vermoeden, voorwaarde en weerlegging.
Binnen het tekstgedeelte van alinea 4 tot en met 7 heeft elke alinea een eigen functie ten opzichte van de overige alinea’s van dit tekstdeel.
Welke functie heeft alinea 4? Kies één van bovenstaande functiewoorden.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Ape, nut, Mies