Background image

terug

Vraag 10

In het tekstgedeelte van de alinea’s 4 tot en met 8 hebben alinea 4 t/m 7 en alinea 8 een eigen functie. Benoem die functies door een van de volgende functiewoorden te kiezen: aanbeveling, aanleiding, argumenten, constatering, gevolgen, ontkenning, oorzaken, stelling, tegenstelling, voorbeelden, voorwaarde.

Wat is de functie van alinea 4 t/m 7? Kies voor je antwoord een van bovenstaande begrippen.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: gelijk