Karel heeft elektrische modeltreinen als hobby. Hij wil met behulp van zijn kennis van de
fysische informatica een automatisch knipperlicht ontwerpen bij een spoorwegovergang.
Het knipperlicht moet knipperen als er geen trein nadert en constant branden als er wel
een trein aankomt.
Hij vindt in een elektronicablad een bouwtekening die als onderdeel van een
knipperlichtinstallatie gebruikt kan worden. De bouwtekening staat in het 1e figuur op de bijlage.
In het blad staat bij de bouwtekening een tabel die laat zien hoe de waarde van het
signaal van de uitgang C afhangt van de waarde van de signalen op de ingangen A en B.
Deze is weergegeven als tabel 1.
Karel controleert situatie IV.
Toon voor situatie IV aan dat de signaalwaarde van C in de tabel correct is weergegeven.