Tegenwoordig is in Nederland 5200 km van het spoor geëlektrificeerd. De elektrische
treinen die over dat spoor rijden, krijgen hun stroom via de zogenaamde bovenleiding.
Deze bovenleiding bestaat uit twee koperen draden naast elkaar.
Tijdens het rijden schuurt de stroomafnemer
die aan de trein vastzit langs de twee
koperdraden. Daardoor slijten de draden
af. In de bijlage zijn de doorsneden van een
nieuwe draad A en een afgesleten draad B
getekend. De doorsnede van draad A heeft
een oppervlakte van 98,8 mm2 en die van
draad B 78,7 mm2. Stel dat de hele
bovenleiding van Nederland bestaat uit
twee parallelle draden van het type A en
na verloop van tijd (ongeveer 25 jaar) is
afgesleten tot draden van het type B.
De massa van 1,0 m3 koper is 8,96·103 kg.
Bereken de massa van het koper dat op deze manier van de bovenleiding is afgesleten.