In het midden van de negentiende eeuw zijn
de eerste apparaten ontwikkeld waarmee
elektrische spanningen konden worden
opgewekt.
In figuur 9 is het toestel van Clarke
afgebeeld. Het wordt beschouwd als de
voorloper van onze dynamo.
De dynamo van Clarke bevat een
hoefijzermagneet en twee spoelen die van de
ene naar de andere pool van de magneet
draaien. Door het grote wiel rond te draaien,
worden de twee spoelen via een rubberen
band in beweging gebracht.
In figuur 10 is de flux binnen één zo’n
ronddraaiende spoel als functie van de tijd
weergegeven.
In figuur 11 is de spanning, die in de spoel
wordt opgewekt, als functie van de tijd
weergegeven.
figuur 10
figuur 11
In figuur 11 is af te lezen dat op het tijdstip t = 0,022 s de spanning voor het eerst maximaal
is.
Leg met behulp van figuur 10 uit waarom op dat tijdstip de spanning maximaal is.