Om te voorkomen dat oude geluidsopnamen door een nieuwe opname heen klinken, wordt
bij het opnemen altijd de wiskop ingeschakeld. De draad loopt eerst langs de wiskop waarin
een sterk signaal met een hoge frequentie (meestal 100 kHz) wordt opgewekt.
Leg uit waarom dit wissignaal zo’n hoge frequentie heeft en niet een frequentie van
bijvoorbeeld 10 kHz.
Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: draadrecorder 1