In 1930 kwam de voorloper van de huidige
cassetterecorder, de zogenoemde
magnetofoon, op de markt.
In tegenstelling tot de cassetteband van nu,
werd in de magnetofoon een stalen draad
gemagnetiseerd. Daarom wordt het apparaat
ook wel draadrecorder genoemd.
Zie figuur.
In figuur zie je een schematische tekening van de draadrecorder.
In figuur is de opname/weergavekop vergroot en schematisch weergegeven.
De staaldraad beweegt langs de kop. Tijdens de opname ontstaan dan in de draad
gemagnetiseerde gebiedjes. In figuur is een klein stuk van de staaldraad sterk vergroot
getekend. De pijltjes geven de magnetisatierichting van de gebiedjes aan.
Leg uit waarom geluid niet kan worden opgenomen met een koperdraad en wel met een
staaldraad.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: draadrecorder 1