Background image

terug

Vraag 22

De heer Ton runt sinds enige jaren het goedlopend restaurant De Gouden Lepel te IJsselstein.
De capaciteit van het restaurant is maximaal 45 gasten per avond. Het restaurant is geopend van woensdag tot en met zondag vanaf 17.00 uur tot 24.00 uur.
Jaarlijks bezoeken (tot 1 juli 2010) 8.000 betalende gasten De Gouden Lepel. De bezoeken zijn gelijkmatig over de kwartalen verdeeld.

De heer Ton heeft in 2010 drie personeelsleden in vaste dienst. Eén fulltimer van 27 jaar en twee parttime krachten van 20 jaar. De parttimers hebben ieder een contract voor 0,75 fte (1 fte is een baan met een volledige werkweek). Alle werknemers verdienen het wettelijk minimumloon (zie informatiebron "Brutominimumloon").

De loonkosten van de werknemers worden door de heer Ton gerekend tot de constante kosten.

Waarom rekent de heer Ton de loonkosten van zijn werknemers tot de constante kosten?