In de tekst is sprake van twee actoren die elk vanuit verschillende belangen proberen de politieke besluitvorming te beïnvloeden: Greenpeace en de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM).
A Noem twee machtsbronnen van Greenpeace en twee van de NAM.
B Geef van beide actoren een voorbeeld hoe ze elk de politiek kunnen beïnvloeden.