De scholieren hebben met hun acties geprobeerd om invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming. Het feit dat men actie voert, garandeert nog geen invloed. Om invloed te kunnen uitoefenen, moet je beschikken over machtsmiddelen.
Van welke machtsmiddelen konden de scholieren gebruikmaken?
Noem er twee en maak deze machtsmiddelen duidelijk met behulp van citaten uit de tekst in bijlage "Tegen studiehuis" en bijlage "Studiehuis blijft intact".
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Tegen studiehuis