Bij deze opgave horen de bijlagen "Coffeeshops", "Buurt wil coffeeshop weg hebben", "Ook in Kamer is enthousiasme voor gedogen softdrugs bekoeld" en "Drugsbeleid"
Inleiding
In Nederland is het bezit en het vervaardigen van hasj en wiet weliswaar
strafbaar, maar in de praktijk wordt het in bezit hebben van deze drugs in kleine
hoeveelheden niet vervolgd. De gedoogde verkoop van marihuana is
voorbehouden aan coffeeshops die daarvoor een vergunning hebben. De teelt
valt echter buiten het gedoogbeleid en is wél strafbaar.
Het gedoogbeleid ("Coffeeshops") voor coffeeshops staat onder druk. Steeds meer
gemeenten willen een verbod vanwege de overlast en het kabinet wil
coffeeshops binnen een bepaalde afstand van scholen sluiten. Ook in
Eindhoven laaide de discussie rondom coffeeshops op ("Buurt wil coffeeshop weg hebben").
Een parlementaire meerderheid spreekt zich in oktober 2008 uit, van het
gedoogbeleid af te willen. Een aantal politieke partijen wil het gebruik van
softdrugs juist liever legaliseren ("Ook in Kamer is enthousiasme voor gedogen softdrugs bekoeld").
Een herijking van het gedoogbeleid heeft ook internationale gevolgen ("Drugsbeleid").
Lees de bijlage "Coffeeshops".
Bij de handel en verkoop van softdrugs in Nederland zijn verschillende actoren
met tegengestelde belangen betrokken. De overheid heeft de taak om een
aantal zaken die van algemeen belang geacht worden, te behartigen.
Noem twee hoofdtaken van de overheid die te herkennen zijn in de bijlage en
illustreer deze hoofdtaken met behulp van een citaat.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Drugsbeleid