Background image

terug

Vraag 21

In de negentiende eeuw verschilden de leefomstandigheden van fabrieksarbeidersgezinnen op het platteland met fabrieksarbeidersgezinnen in de stad.

  1. Noem twee manieren waarop zowel fabrieksarbeidersgezinnen op het platteland als fabrieksarbeidersgezinnen in de stad het gezinsinkomen konden aanvullen.
  2. Welke extra mogelijkheid hadden de arbeiders op het platteland boven de arbeiders uit de stad om in de levensbehoeften van hun gezin te voorzien?