Circa 1880 leefden ouders uit de lagere bevolkingsgroepen rond het bestaansminimum,
zowel wanneer de kinderen klein waren als wanneer de kinderen het huis hadden verlaten.
A. Beredeneer waardoor deze ouders rond 1880 in beide fasen rond het bestaansminimum
kwamen.
B.Verklaar waarom de situatie zoals in de inleiding beschreven rond 1919 minder
aanvaardbaar werd gevonden.