Background image

terug

Vraag 23

Tweede luitenant Mike Ransom schrijft in 1968, kort na zijn aankomst in Vietnam, in een brief aan zijn ouders:

Lieve pap en mam,

Ik praat veel met anderen over de oorlog en dat heeft me nieuwe inzichten gegeven. Het valt me op dat bijna niemand hier overloopt van patriottisme. Natuurlijk zijn er soldaten die mensen doden omdat ze dat leuk vinden. Zo sprak ik met een luitenant die zei dat het hem een kick gaf om een spleetoog met zijn machinegeweer honderd meter over het strand te laten rollen. De meesten laden zich echter op twee manieren op: de ene is lijfsbehoud, als ik hem niet neerschiet, schiet hij mij uiteindelijk neer, en de andere is wraak. Het is blijkbaar niet niks om te moeten aanzien hoe een van je vrienden wordt opgeblazen door een boobytrap van de Vietcong. Als je zoiets meemaakt, wil je op vergelijkbare manier wraak nemen.

Veel liefs, Mike

Stel: je doet onderzoek naar de vraag of Amerikaanse soldaten die in Vietnam vochten dezelfde motieven hadden voor de strijd als de Amerikaanse regering. Je vindt deze brief en je wilt hem gebruiken, maar je twijfelt aan de bruikbaarheid van deze bron voor je onderzoek.
Leg uit:

  • welk antwoord de bron geeft op je onderzoeksvraag en
  • (met twee redenen) waarom je twijfelt aan de bruikbaarheid van deze bron voor je onderzoek.