Background image

terug

Vraag 8

Aan het einde van de 19e eeuw ging de Nederlandse overheid zich steeds nadrukkelijker bemoeien met de morele opvoeding en sociale leefomstandigheden van de lagere klassen. Deze sociale politiek werd uitgevoerd door te zorgen voor betere huisvesting, bevordering van gezinsleven en hygiëne, invoering van leerplicht, en het geven van uitkeringen via ziektewetten. Deze periode wordt in de geschiedenisboeken doorgaans beschreven als een tijd van 'sociale vooruitgang'. Critici van deze visie wijzen er echter op dat deze politiek er vooral voor zorgde dat de staatsmacht over de lagere volksklassen werd vergroot. Immers, de staat zorgde via wetgeving voor nieuwe normen op het gebied van leefomstandigheden, woongedrag, gezondheid, hygiëne en gezinsleven.

In bovenstaande inleiding komt 'macht' over als een verschijnsel waar je op verschillende manieren over kunt denken.
R.F. Beerling spreekt in het artikel 'Hydra Macht' over de ambivalentie van macht.

Leg uit wat Beerling hiermee bedoelt.
Leg vervolgens met behulp van elementen uit de inleiding uit waarom het beleid van de Nederlandse overheid ambivalent genoemd kan worden.