Background image

terug

Vraag 6

De anti-globalisten maken zich in ieder geval zorgen om de jongeren in de wereld. De aangeboden alternatieven waarover Norberg spreekt, zouden juist bepaald worden door de commercie. Zo betalen jongeren het meest voor juist die producten waarvan het merk goed zichtbaar is, zodat ze tegelijkertijd reclame maken. "Meer dan wie of wat dan ook zijn de met logo's versierde tieners uit de middenklasse - vastbesloten om zich te vormen naar een door de media gecreëerd model, - de krachtigste symbolen van de mondialisering geworden."
Toch is er ook optimisme: er zijn andere jongeren, door Klein 'mondiale tieners' genoemd, oftewel surfende activisten, die - in onderscheid tot de met logo's versierde tieners - tegenbewegingen kunnen vormen "die op een complexe wijze met elkaar verbonden zijn, ongeveer zoals de hyperlinks hun websites op het internet aan elkaar koppelen. Dankzij het internet kunnen de mensen vrijwel zonder bureaucratie en met minimale hiërarchie gemobiliseerd worden. (…) Sommigen vinden dit soort op het internet surfend activisme iets vreselijks. Maar of je nu met het model instemt of niet, het valt niet te betwijfelen dat een van de sterkste punten ervan is dat het vrijwel niet te controleren valt, vooral omdat het zo verschilt van de organisatieprincipes en doelstellingen van de bedrijven en instanties waartegen het zich richt."

In het artikel 'Globalisering en concurrentie: Leviathan revisited' schrijft Bruno Coppieters met betrekking tot internet: "Grote veranderingen worden niet langer van bovenuit opgelegd, maar groeien van onderuit en bewerkstelligen geruisloos heuse revoluties." Eerder in het artikel haalt de schrijver het denken van de Stoa aan, een denken dat volgens hem de nadruk op het innerlijk van de mens legt, juist in reactie op een buitenwereld waarin de machtsverhoudingen onoverzichtelijk en onzeker zijn.

Op wat voor een manier zouden surfende activisten een bijdrage kunnen leveren aan de vorming van de wereld indien ze zouden leven volgens het ideaal van het wereldburgerschap zoals opgevat door Marcus Aurelius, een aanhanger van de Stoa?
Geef daarbij aan of er volgens jou een verschil is tussen dit wereldburgerschap en de 'met logo's versierde tiener'.